Timo Ridder
(met medewerking van W.J. Hagoort)
Arkemheen
De oudste sporen van bewoning van het gebied dat later de polder Arkemheen
vormt, dateren uit de prehistorie ca. 2700 - ca. 2100 vóór Chr., de periode van het
Vroeg en Midden Neolithicum.
De oudste schriftelijke vermelding van bewoning stamt uit 855.
Toen lag ruim één kilometer ten noorden van de huidige zeedijk de nederzetting
Archi, later Ark. Aan deze naam dankt dit prachtige poldergebied zijn naam. De madelanden,
de hooilanden van Ark, vormden later de poldernaam Arkemheen. De nederzetting Ark
is in de 14e eeuw door de Zuiderzee verzwolgen. De bewoning
heeft zich toen verplaatst in zuidelijk richting.
Vanaf het jaar 1000 lagen er in het
poldergbied tientallen boerderijen, die vanaf 1356 beschermd werden door de eerste officieel
aangelegde zeedijk. De steeds verder oprukkende Zuiderzee en het slechte dijkbeheer zorgden in
de 16e en 17e eeuw voor grote overstromingen, waardoor het noordelijk deel van de polder
ontvolkte. Het resultaat was tot op de dag van vandaag een open weidelandschap,
waarop alleen nog in het zuidelijk deel van de polder terpboerderijen liggen.
Begin 18e eeuw
werd de Arkervaart verbreed en uitgediept en werd de eerste grote schutsluis gebouwd. Vanaf
1752 werd de zeedijk verzwaard met puin en keien waardoor grote dijkdoorbraken en
overstromingen uitbleven. De laatste grote overstroming dateert uit 1916. Door de aanleg van
de Afsluitdijk werd ook dat verleden tijd.
De polder Arkemheen is een uniek open weidegebied.
Alle maatregelen met betrekking tot landbouw, waterbeheersing en landschapsontwikkeling zijn
erop gericht dit in stand te houden.